Average rating
Cast your vote
You can rate an item by clicking the amount of stars they wish to award to this item.
When enough users have cast their vote on this item, the average rating will also be shown.
Star rating
Your vote was cast
Thank you for your feedback
Thank you for your feedback
Series/Report no.
RIVM rapport 020022001Type
ReportLanguage
nl
Metadata
Show full item recordTitle
Beleid rondom mentale gezondheid in de werksettingPubliekssamenvatting
Nederlandse werkgevers vinden de mentale gezondheid van hun werknemers belangrijk. Acht van de tien werkgevers beschouwen het als belangrijke indicator voor het succes van het bedrijf. Hier tegenover staat dat ongeveer vier van de tien Nederlandse bedrijven (continu of vaak) daadwerkelijk preventiemaatregelen treffen die gericht zijn op de mentale gezondheid van de werknemers. Werkgevers geven aan dat ze vooral geen actie ondernemen, omdat de effectiviteit en de kosten-baten van maatregelen niet bekend zijn. Inzicht hierin kan bevorderen dat dergelijk gezondheidsbeleid wel wordt uitgevoerd.Dit blijkt uit een enquête die ruim 3100 werkgevers uit verschillende sectoren hebben ingevuld en die in opdracht van de ministeries van VWS en SZW is uitgevoerd. Het voornaamste doel was in kaart te brengen hoeveel bedrijven binnen welke sectoren beleid voeren op het gebied van mentale gezondheid. Dit varieert van beleid dat gericht is op werkhervatting van zieke werknemers, tot het bevorderen van de mentale gezondheid van alle (gezonde) werknemers. In dit project ligt de focus op beleid dat erop gericht is om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen, zoals het tegengaan van werkdruk, agressie en pesten, en de mentale gezondheid te bevorderen, zoals het stimuleren van bevlogenheid, persoonlijke groei en veerkracht.
De maatregelen die werkgevers treffen, zijn zeer divers en variëren van persoonlijke ontwikkelplannen, coaching, health-checks, aandacht voor balans werk-privé tot programma's om stress te verminderen, yoga, e-health of andersoortige structurele mentale gezondheidsprogramma's. Grote bedrijven treffen over het algemeen vaker maatregelen dan kleine bedrijven. Wat de sectoren betreft gebeurt dat het meest binnen het onderwijs en de gezondheidsen welzijnszorg. Binnen de sector 'vervoer en opslag' worden het minst vaak maatregelen getroffen.
Gezondheid van de werknemers en goed werkgeverschap gelden voor werkgevers als de belangrijkste redenen om in maatregelen te investeren die de mentale gezondheid bevorderen. Financiële motieven, zoals minder ziekteverzuim, zijn ook veel genoemd.
Dutch employers find employees' mental health status of importance. Eight out of ten employers consider it as a crucial indicator of the success of the company. On the other hand, about four out of ten employers takes preventive measures aimed at employees' mental health. Unknown effectiveness and cost-benefits of measures has been reported as main barrier to implement mental health promotion measures. Insight into the (cost-)effectiveness will probably promote the implementation of mental health policy.
These findings are based on a survey completed by more than 3,100 employers from different sectors. Main goal was to identify how many companies and which sectors have a mental health policy. Mental health policy varies from policy aimed at return to work of sick-listed workers to policy aimed at the promotion of mental health of all (healthy) workers. In this project, the focus was on policy aimed 1) to prevent psychosocial workload, such as the prevention of work stress, aggression and bullying, and 2) to promote mental health, such as the promotion of work engagement, personal growth, and resilience.
The measures taken by the employers are very diverse and involve amongst others personal growth plans, health checks, attention for work-home balance, stress reduction programmes, yoga, or other kind of mental health programmes. Large companies and the sectors education and health care, relatively often take mental health measures, while the sectors transport and storage relatively remain behind.
Health and being a good employer are the main reasons to invest in the prevention of PSW and mental health promotion. Also, financial motives, such as reduced sick leave and higher productivity, have frequently been mentioned.
Sponsors
Ministerie van VWSCollections
Related items
Showing items related by title, author, creator and subject.
-
Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs. Deelrapport I. Mentale gezondheid van studenten in het hoger onderwijsDopmeijer, JM; Nuijen, J; Busch, MCM; Tak, NI; A Verweij (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM, 2021-11-11)Voor het eerst is landelijk onderzocht hoe het staat met de mentale gezondheid van studenten in het hoger beroepsonderwijs en op de universiteit. Ruim 28.000 studenten vulden hiervoor in het voorjaar van 2021 een online vragenlijst in. Ook is in kaart gebracht welke factoren met de mentale gezondheid van studenten samenhangen. De helft van de studenten (51 procent) ervaart psychische klachten (zoals angst en somberheid), van wie 12 procent in ernstige mate. Hun mentaal welbevinden (dat is: veerkracht, positieve mentale gezondheid en levenstevredenheid) is niet in balans. Er blijkt een samenhang te zijn tussen het mentaal welbevinden en psychische klachten: bij studenten met een sterke positieve mentale gezondheid of veerkracht komen minder vaak psychische klachten voor. Verder blijkt dat studenten veel stress, prestatiedruk en slaapproblemen ervaren en dat er een sterke samenhang is tussen deze factoren en een mindere mentale gezondheid. Datzelfde geldt voor eenzaamheid en een gebrek aan sociale steun, zoals van familie en vrienden. Studievoortgang en omvang van de studieschuld lijken er minder sterk mee samen te hangen. Het is belangrijk om het mentaal welbevinden te vergroten en studenten optimaal te laten functioneren. Dit vraagt om meer aandacht voor het welzijn en de persoonlijke ontwikkeling van studenten. Zowel vanuit landelijk beleid als het onderwijs zelf. Vóór de coronacrisis bestond al bezorgdheid over de mentale gezondheid van studenten. In de onderzochte periode, voorjaar 2021, golden maatregelen om de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 tegen te gaan, zoals de sluiting van de horeca en de avondklok. De resultaten van het onderzoek zijn hierdoor beïnvloed, en vergroten de al bestaande zorg over de mentale gezondheid van studenten. Het is de eerste keer dat de mentale gezondheid van studenten voor heel Nederland in kaart is gebracht. Het onderzoek zal de komende jaren worden herhaald om te kijken hoe dit zich ontwikkelt. En ook om na te gaan in hoeverre een invloed van corona blijft voortduren. Het RIVM, het Trimbos-instituut en GGD GHOR Nederland hebben deze studentenmonitor opgezet en uitgevoerd. Dit is gedaan op verzoek van de ministeries van OCW en VWS.
-
Restoration in mental health after visiting urban green spaces, who is most affected? Comparison between good/poor mental health in four European cities.Grigoletto, Alessia; Toselli, Stefania; Zijlema, Wilma; Marquez, Sandra; Triguero-Mas, Margarita; Gidlow, Christopher; Grazuleviciene, Regina; Van de Berg, Magdalena; Kruize, Hanneke; Maas, Jolanda; et al. (2023-02-03)
-
Post-disaster mental health problems and the utilization of mental health services: a four-year longitudinal comparative study.Velden, Peter G van der; Grievink, Linda; Kleber, Rolf J; Drogendijk, Annelieke N; Roskam, Albert-Jan R; Marcelissen, Frans G H; Olff, Miranda; Meewisse, Mariel L; Gersons, Berthold P R (2006-05-01)This study examined mental health problems and mental health services (MHS) utilization after a fireworks disaster among adult survivors and a comparison group. The disaster took place on May 13, 2000, in the city of Enschede, The Netherlands. Victims (N=662) participated in a survey 2-3 weeks (T1), 18 months (T2) and 4 years (T3) post-disaster. The comparison group consisted of non-affected people from another city (N=526). They participated at T2 and T3. Victims used MHS more often than the comparison group in the 12-month period before T2 and T3 (OR 3.9 and 2.4). Victims with severe depression and anxiety symptoms at T2 used MHS more often than participants in the comparison group with these symptoms (OR 2.6 and 2.0). After 4 years, MHS utilization among participants in both groups with anxiety symptoms did not differ, suggesting attenuation of the observed effects. Results suggest that after a disaster survivors with mental health problems are less reluctant to use MHS than under normal circumstances.